Bas Haring Vragen stellen

Dit onderdeel van de ISBW-seminar van Bas Haring gaat over vragen stellen. Er bestaan namelijk vragen die zo gesteld worden dat ze niet beantwoord kunnen worden. Haring legt drie soorten vragen voor.

Als in een vraag een aanname besloten ligt die niet klopt
‘Weet u wel dat u daar niet mag fietsen?’ is een verkeerde vraag als blijkt dat je op die plek wel mag fietsen. Deze vraag is niet met ja of nee te beantwoorden omdat de aanname dat daar niet gefietst mag worden niet klopt.
‘Worden bij u op de werkvloer problemen door de juiste partijen opgelost?’ is ook een onbeantwoordbare vraag als de betreffende werknemer ondervindt dat de problemen überhaupt niet worden opgelost. De aanname dat problemen wel worden opgelost is in deze zaak dus onjuist.

Te gecompliceerde vragen, die beter gericht zouden moeten worden gesteld
‘Wat zit er in de rook van een brand bij een chemische fabriek?’ is te moeilijk omdat de vraag te veel is om te bevatten. In die rook kunnen namelijk wel miljoenen stoffen zitten. Een betere vraag zou zijn: ‘Zit er aluminium in?’ of ‘Zitten er dioxinen in de rook?’.

Vermijd waaromvragen
Vragen die beginnen met waarom kunnen vaak meerdere goede antwoorden hebben. Of die nou wetenschappelijk is uitgelegd of niet, het gaat erom naar wat voor soort antwoord je op zoek bent. Zo kan een antwoord op de vraag ‘Waarom eten we chocola?’ zijn: ‘Omdat het een bepaald stofje aanmaakt waardoor we ons gelukkig voelen’, maar ook: ‘Omdat we het lekker vinden’. Het eerste antwoord klinkt weliswaar wetenschappelijker, maar hij is net zo juist als het tweede antwoord.