Menu
ISBW logo

“Ik stel mezelf in dienst van het team”

Jeroen van der Woude (27) is teamleider bij een opleider, waar hij een team van tien mensen aanstuurt. Hij vertelt over zijn carrièrepad als jonge leidinggevende, wat hij heeft geleerd en wat hij wil bereiken als teamleider. “Ik ga niet zomaar zeggen wat mensen moeten doen – dat weten ze al.”

Van opleidingsadviseur tot teamleider

Jeroen studeerde Sportmarketing aan de HvA. Na zijn studie solliciteerde hij op de functie van opleidingsadviseur. “Doordat mijn vader een eigen communicatiebureau heeft, ben ik geïnteresseerd geraakt in communicatie en het adviesvak. En werken bij een opleider past bij mij: ik wil niet zomaar producten verkopen, ik wil graag iets bieden dat echt positieve invloed heeft op het leven van onze doelgroep.”
Na twee jaar werd hij salescoördinator. Het doel van deze functie was om hem klaar te stomen tot teamleider. “Het was geen officieel leidinggevende functie, maar mijn leidinggevende zat door andere werkzaamheden twee dagen per week ergens anders. Daardoor kreeg ik meer verantwoordelijkheid. Ik heb hiervoor de training Praktisch Leidinggeven gevolgd.”

Vervolgens kon Jeroen tijdens een zwangerschapsverlof tijdelijk teamleider bij een ander team worden. “Ik heb daar veel van geleerd en veel mensen binnen de organisatie leren kennen. Maar ik heb altijd gezegd: ik wil terug naar het team waar ik zelf opleidingsadviseur ben geweest. Ik heb daar namelijk met veel plezier gewerkt – en dat doe ik nu inmiddels weer als teamleider.”

Veelzijdige baan

Jeroen heeft niet altijd de ambitie gehad om manager te worden: hij wilde oorspronkelijk liever de (online) marketingkant op. “Ik heb ook gesolliciteerd op een interne marketingfunctie, maar er was al een voorkeurskandidaat. Bij nader inzien zou die functie voor mij toch wat te analytisch en op cijfers gericht zijn. Ik wilde toen in de rol als teamcoördinator ontdekken of leidinggeven me ligt. Dat bleek zo te zijn. De opleiding heeft hier wel echt bij geholpen om mijn draai te vinden.” 
Wat spreekt hem hierin dan zo aan? “De veelzijdigheid, geen dag is hetzelfde. Ik ben naast mijn andere verantwoordelijkheden nu ook betrokken bij strategiebepaling en marketingprojecten. En het teamgevoel creëren, dat vind ik leuk.”

Coachend leidinggeven

Het sociale aspect van het managen is heel belangrijk voor hem. “Ik stel mezelf in dienst van het team. Ik wil ervoor zorgen dat ze zich kunnen focussen, dat er ruimte is voor eigen input, dat er vertrouwen is, en dat er ook ruimte is voor feedback – van beide kanten. Ik vraag altijd wat zij belangrijk vinden in een leidinggevende.”
Hij legt uit: “Natuurlijk moet je als leidinggevende duidelijk de koers bepalen. Doelstellingen liggen bijvoorbeeld vast. Het is mijn taak om de medewerkers erachter te scharen om het doel te halen.”
Van de vier rollen uit het ManagerOntwikkelModel van ISBW ziet hij coachen als zijn sterkste punt. “Ik geef mensen het vertrouwen dat ze met goede resultaten gaan komen. En als die uitblijven, kijken we samen hoe dat komt. Ik wil hun persoonlijke ontwikkeling bevorderen door écht te kijken naar iemands kwaliteiten en wat iemand nog zou kunnen leren.”

‘Wees jezelf’

In het begin vond Jeroen het best vreemd dat hij hiërarchisch nu boven zijn collega’s stond. Hoe gaat hij hiermee om? “Door niet zomaar te zeggen wat ze moeten doen – dat weten ze al. Ik doe me niet anders voor dan ik ben, want ze kennen me. Ik meng me ook in de groep door mee te bellen, niet alleen om zelf binding te houden met onze (potentiële) studenten, maar ook om te laten zien dat ik me hier niet te goed voor voel en om te benadrukken dat we voor een gemeenschappelijk doel werken.”

In het begin was het nog wel even zoeken. “Ik had bijvoorbeeld een keer dat er een lolletje was buiten de pauze dat wat langer duurde dan normaal. Ik voelde de druk om er iets van te zeggen, dus ben ik er naartoe gelopen. Dat werd me niet echt in dank afgenomen. Achteraf dacht ik: ik heb het verkeerd aangepakt, ze zouden heus wel zelf weer aan de slag zijn gegaan.”

Zijn tip voor startende leidinggevenden is dan ook: “Wees jezelf. Het is heel cliché, maar ik heb geleerd dat je je niet anders moet voordoen dan je bent. Zowel naar je team toe als naar je eigen leidinggevende. Je moet je niet ineens overdreven laten gelden. Maar je moet ook niet ineens veel aardiger gaan doen. Mensen prikken daar doorheen.”

Ontwikkelen

Wat wil hij nog leren? “Misschien nog wat op het gebied van overtuiging. Medewerkers laten meedenken is goed, maar je moet ook niet té meegaand zijn. Soms moet ik ook gewoon zeggen: dit gaan we niet zo doen. In het verleden heb ik weleens ja gezegd op dingen die niet zo handig waren. Inmiddels ben ik beter in nee zeggen.”

Zijn er nog andere dingen die hij lastig vindt? “Toen ik het team van de collega met zwangerschapsverlof had overgenomen, moest ik beoordelingsgesprekken voeren op basis van de vijf maanden dat ik hen meegemaakt had. Dat waren lastige gesprekken, sommigen zeiden ook dat ze zich niet in hun beoordeling konden vinden,” zegt Jeroen.

Hij vervolgt: “Dit wil ik in de toekomst voorkomen. Daarom plan ik bijvoorbeeld steeds bila’s in om tussendoor naar de voortgang van hun doelstellingen te kijken, zodat we een goede tijdlijn hebben en niet voor verrassingen komen te staan bij de beoordeling.”

Van onder én van boven

Als teamleider ben je ook ineens verantwoordelijk voor het behalen van doelen. “Ik moest in het begin echt ontdekken of dat wel bij me paste – kon ik wel met die druk omgaan?” Ook hierbij is communicatie weer zijn sleutelwoord: “Als ik een mail van bovenaf krijg waarvan ik niet helemaal weet hoe ik die moet interpreteren, dan ga ik meteen even bellen om te schakelen. En als ik iemand moet hebben die ik nog niet ken, dan bel ik even om een stem te horen. Dat vind ik zelf fijner, maar je krijgt ook meer gedaan als mensen je kennen.” 
Wat wil hij bereiken als teamleider? “Een goed functionerend team dat de visie van de organisatie uitdraagt. En dat iedereen binnen ons team weet waar we voor staan, dat de doelen helder zijn en dat we er gezamenlijk voor strijden. Daarbij moet er ook ruimte zijn voor een lolletje. Ik wil dat teamgevoel goed houden. Ik wil medewerkers het vertrouwen geven om optimaal te functioneren in hun rol.”